Ido

Jaarlijks krijgen duizenden jongeren uit heel Nederland een taakstraf. Ze moeten zich dan een bepaald aantal uren inzetten voor de maatschappij. Zo’n taak kan op verschillende manieren worden uitgevoerd. Maar één ding is altijd cruciaal: goede begeleiding. Daarom koppelt de Raad voor de Kinderbescherming gestrafte jongeren aan taakstrafbegeleiders. Bijvoorbeeld in voorlichtingstuin Heerlijck Hopveld. ‘Als je ze een veilig gevoel en vertrouwen geeft, ben je al een heel eind.’

'We voeden ze niet op in deze tuin, we geven ze richting’

Een ruime natuurtuin waar iedereen volop informatie kan krijgen over planten en kruiden. Dat is Heerlijck Hopveld, de tuin van de Vereniging Ekologische Leef- en Teelwijze (VELT)-Gemert. Ido Cranen (65) is voorzitter van deze vereniging én al dertig jaar taakstrafbegeleider. De jongeren die hier hun taakstraf uitvoeren, hebben allemaal iets fout gedaan. ‘Maar dat deden ze niet uit slechtheid’, zegt Ido. ‘Er blijkt altijd een andere reden, een eigenlijke oorzaak. Bijvoorbeeld dat ze gepest werden, onder druk werden gezet, te weinig aandacht kregen of iets traumatisch hebben meegemaakt.’

Herkend talent

Een jaar geleden benaderde Ido Loes van der Veen (40), de dochter van vrienden van hem. Of zij hem op zaterdagen wilde helpen bij de taakstrafbegeleiding. Loes werkt als docent op het vmbo in Gemert. Daarvóór begeleidde ze dertien jaar moeilijk opvoedbare kinderen op het Voorgezet Speciaal Onderwijs. Helpt die ervaring haar? ‘Jongeren met een taakstraf hebben een gebruiksaanwijzing’, zegt Loes. ‘Het is bij hen vooral de kunst om geduld te hebben en een luisterend oor te bieden. Goede docenten kunnen dat. Maar je hoeft niet per se docent te zijn om het te kunnen.’

Rustgevende tuin

Als taakstrafbegeleider ben je geen heropvoeder. Daar is in een taakstraf van bijvoorbeeld zestig uur ook geen tijd voor. Maar je kan de jongeren wel richting geven. Ze zitten namelijk vaak in een neerwaartse spiraal. Een taakstraf kan een moment zijn waarop die daling stopt, of zelfs omkeert. Ido: ‘Daar hoop je op als begeleider; het laatste wat je wilt, is dat jongeren verder wegzakken en uiteindelijk in de cel belanden.’

In de tuinen van VELT voeren de jongeren allerlei taken uit. Ze harken, schoffelen en snoeien, maar krijgen ook ruimte om de kalmte en rust van de tuin te ervaren. ‘Soms zit er eentje tussen die écht niet wil en de boel saboteert’, zegt Ido. ‘Dan word ik ook een stuk ongezelliger. Maar als iemand gewoon meedraait, wordt het nog leuk ook.’

‘Iedereen verdient een tweede kans. Soms ook een derde of een vierde. Bij ons krijgen jongeren die.’

Dienstbare opstelling

De jongeren werken elke zaterdag zo’n vijf uur bij Heerlijck Hopveld. Net zo vaak tot hun straf erop zit. In die tijd
veranderen de jongeren: ze worden bijvoorbeeld losser en praten meer. ‘Als wij ons openstellen, doen zij dat ook. De één doet het bij mij, de ander doet het bij Ido’, zegt Loes. Tijdens een taakstraf moeten de jongeren zich dienstbaar opstellen, krijgen ze tijd om na te denken én ontvangen ze persoonlijke aandacht. Dat is goed voor hun ontwikkeling. ‘Dat werkt veel beter en is leerzamer dan ze in een cel te stoppen’, stelt Ido. Loes beaamt dit en vult aan: ‘Iedereen verdient een tweede kans. Soms ook een derde of een vierde. Bij ons krijgen jongeren die.’

Kritische toon

Een goede taakstrafbegeleider heeft geduld, geeft de jongeren vertrouwen en gunt ze een nieuwe kans.
Bovendien moet je beseffen dat je als begeleider een kleine, maar belangrijke schakel bent in het systeem
waar de jongeren in zitten. ‘Die verantwoordelijkheid moet je voelen’, zegt Ido. De twee taakstrafbegeleiders
halen voldoening uit het begeleiden van de jongeren. Ze tonen interesse zonder te veroordelen en praten als gelijken met ze. Ido: ‘We geven ze hier een kans, maar het is aan hen om die te grijpen.’

Aan het einde van een taakstraf zijn de begeleiders bijna altijd tevreden. Net als de jongeren zelf. ‘We krijgen ook geregeld bezoek van mensen die hier jaren geleden eens heen zijn gestuurd. Dan vertellen ze dat ze in onze tuin een ommekeer doormaakten, het rechte pad weer vonden. Heel bijzonder om te horen. Daar doe je het voor, als begeleider.’

‘Als je ze een veilig gevoel en vertrouwen geeft, ben je al een heel eind.’